Niet alleen de Belastingdienst kijkt vooringenomen naar kinderopvangondernemers en ouders. Ook de partners waarmee zij samenwerkt, GGD GHOR, VNG en het ministerie (SZW), grossieren in gedeelde vooringenomenheid: anti-ondernemers-sentimenten en dader-denken, meent Patricia Huisman. Zij is publicist en onderzoeker in de kinderopvang.
Geen bewijs
Zij ziet al vanaf de intrede van ‘de markt’ in 2005 groeiend vooringenomen denken over ondernemers in de kinderopvang: financiële risico’s zouden aanzetten tot ‘overtreden’ van regels, en winst wordt behaald ‘over de rug van kwetsbare jonge kinderen’. Stichtingen profileren zich als ‘maatschappelijk’ (dus kindgericht, niet winstgericht), maar er is géén bewijs dat bv’s of eenmanszaken – veelzeggend ‘commerciële aanbieders’ genoemd – meer regels overtreden of slechter zorgen voor kinderen, volgens Huisman.
Dader-denken
Twee fraudezaken in de gastouderopvang geven voedsel aan dader-denken. In 2008 zijn er opgeschroefde urendeclaraties en ‘oma-opvang’ met kinderopvangtoeslag en in 2011 is er de Bulgarenfraude. Fraude met toeslagen wordt dan neergezet als ‘een groot probleem’, maar uit cijfers blijkt over de hele linie géén toename. Deze zaken leiden tot een aanpassing van de wet voor toeslagen, de oprichting van het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF) met een zero tolerance focus, intensivering van de samenwerking tussen Belastingdienst en GGD, en doorgeslagen regelgeving (m.n. in het Besluit Registers kinderopvang) die volgens Huisman ondernemers onder curatele stelt vanuit de grondgedachte: ondernemers zijn onbetrouwbaar want geldbelust én ‘facilitators’ van frauderende ouders. In het toezicht zoeken GGD-inspecteurs bij opvangaanbieders naar het – in hun ogen – behalen van ‘oneigenlijk financieel voordeel’.
Risicoprofielen
Een groot probleem vormen de risicoprofielen die de GGD hanteert. Deze zijn niet open voor inzage en dus gevuld met oncontroleerbare oordelen over de houder, zoals over zijn ‘bereidheid tot naleven van regels’, met de suggestie van onwil en geldmotieven. En dan komt er in 2014 een gezamenlijk fraudeproject van GGD GHOR en het Combiteam Aanpak Facilitators (CAF) van de Belastingdienst, dat geheel de vrije hand krijgt. Daar leiden GGD-signalen vrijwel meteen tot de eerste 300 slachtoffers van onterechte beschuldiging van misbruik van de kinderopvangtoeslag.
Fraudeproject
Het fraudeproject van GGD GHOR en Belastingdienst (2014 – 2016) ‘Toezicht versterken door samenwerken’ is een reactie op de Bulgarenfraude met als primair doel: het herkennen en signaleren van misbruik en oneigenlijk gebruik van de kinderopvangtoeslag door gastouderbureaus. Op basis van GGD-risicoprofielen (en dus niet de inspectierapporten!) zijn 77 gastouderbureaus (GOB’s) geselecteerd. Rode en oranje GOB’s gelden als serieuze ‘verdachten’. Belastinginspecteurs leren aan GGD-inspecteurs fraude te ‘herkennen’ in de (financiële) administratie van hun kassiersfunctie, met enkele paarsgewijs uitgevoerde inspectiebezoeken. GGD-inspecteurs ‘signaleren’ aan het CAF dat vervolgens de toeslagen stopzet. Op grond van hun GGD-risicoprofiel en ‘signalen’ worden 14 GOB’s in stilte doorverwezen naar het CAF en zonder bewijs gemarkeerd als ‘facilitators van misbruik’. Zelfs als fraudespeurwerk door het CAF niks oplevert, worden tussen 2014 en 2016 bij verschillende GOB’s alle toeslagen stopgezet en leiden paarsgewijze inspecties tot onwaarschijnlijk veel ‘overtredingen’ van de Wet kinderopvang.
Geen fraude vastgesteld
In 2015 melden Asscher en Wiebes in hun gezamenlijke brief aan de Tweede Kamer dat er regelmatig ‘niet openbare signalen’ van de GGD zijn. Zoals het signaal dat aanleiding was voor het onderzoek in CAF-11 (de zaak met Gastouderbureau Dadim waar nu zoveel over te doen is). Dat signaal van een inspecteur (uit 2011) wordt in 2014 tijdens het gezamenlijk fraudeproject alsnog aangegrepen om zonder nader onderzoek de kinderopvangtoeslag te stoppen van 300 ouders. Uit de gezamenlijke brief blijkt echter dat slechts bij 2 van de 77 gastouderbureaus ‘fiscaal gerelateerde’ bijzonderheden zijn gevonden, maar zonder dat fraude kon worden vastgesteld. Foutjes in een administratie blijken vooral naïviteit, geen foute motieven (winstbejag) of fraude. Toch zijn er dan al honderden ouders het slachtoffer bij die fraudevrije gastouderbureaus, op basis van ‘signalen’ en falende risicoprofielen. Desondanks houdt GGD GHOR vol: onze risicoprofielen hebben ‘aantoonbaar’ voorspellende waarde.
Veel ellende
Hoewel het systeem van niet-openbare signalen aan het CAF veel ellende heeft opgeleverd, blijft dit bestaan na afloop van het fraudeproject. Het onderling uitwisselen van profielen en signalen wordt zelfs structureel bij wet geregeld. Op welke feiten, oordelen en risicoprofielen de zo schadelijk gebleken ‘signalen’ zijn gebaseerd, blijft geheim. De GGD weigert inzage in risicoprofielen want die dienen voor ‘intern gebruik’. Een recent beroep op openbaarheid van bestuur (WOB-verzoek) bij de Belastingdienst over inzage in de meldingen (de signalen van de GGD aan het CAF) wordt afgewezen. De reden: “de ‘derde-belanghebbenden’ (GGD GHOR en haar GGD-inspecteurs) zullen niet of minder willen melden indien hun meldingen aan het CAF-team […] openbaar worden gemaakt.
Donkere wolken
Bij zijn vertrek meldde staatssecretaris Snel nog meer ellende te verwachten bij de Belastingdienst en ook Donner, die de toeslagenzaak heeft onderzocht, ziet nog donkere wolken in het verschiet. De Auditdienst Rijk (ADR) onderzoekt de betrokken politieke top. Het is de hoogste tijd voor staatssecretaris Van Ark om openheid van zaken te geven over de rol van het ministerie en GGD GHOR/VNG bij onrechtmatige ‘curatele-wetgeving’ in Wko en het Besluit registers kinderopvang, de gronden waarop GGD-inspecteurs bij CAF signaleren en de geheime risicoprofielen. En hoe het kan dat de aanbevelingen uit het eindrapport van GGD GHOR en de Belastingdienst zijn opgenomen in de gewijzigde Wet kinderopvang van 2018, waaronder de structurele uitwisseling van data, signalen en profielen. In maart 2017 was immers al bekend tot welke ravage dat had geleid.
Het complete artikel van Patricia Huisman met onderbouwing en bronnen, is hier te downloaden >>